zondag 20 februari 2011

Andermans handenbinders

Mattie heeft een nieuw vriendje. Het jochie woont verderop in de straat. Hij moet er voor de weg oversteken. Een paar dagen geleden heb ik hem laten zien hoe hij dat het best waar kon doen.
En ik was blij.
Want tot nog toe had hij geen vriendjes van zijn eigen leeftijd in de straat, behalve de tweeling die drie jaar ouder is dan hij. Die spelen uiteraard niet alleen met hem. Dus vele dagen kijkt Mattie vergeefs of de tweeling thuis is. Maar die zijn, grote jongens als ze zijn, dan natuurlijk lekker de hort op.
Ook dit jongetje is iets ouder, maar het leeftijdsverschil is slechts een half jaar.

So far so good.

Nu hebben ze één keer bij het jongetje thuis gespeeld en de overige keren bij ons thuis. Op het moment dat ik dit schrijf spelen ze in de voortuin, terwijl de voordeur open is. Vanuit de keuken heb ik zicht op hun spel.
Mijn blijdschap geldt nog altijd Mattie, dat hij een vriendje heeft. Maar mijn eigen opluchting is rap tanende.
Als niet-ouder van dit jongetje is het niet mijn taak hem op te voeden. Maar sinds hij bij ons is, betrap ik mijzelf er op dat ik niets anders doe. Ook heb ik inmiddels de pannen van het vuur gehaald.
En toch is het geen vervelend kind. Maar ik begin me af te vragen of zijn ouders hem ooit wel eens iets verbieden of hem terecht wijzen.

Ik ben er moe van.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten