zondag 20 februari 2011

criminele inburgering

Overkomt me net een chemische vlaag van nesteldrang, wat bij mij inhoudt dat ik dan alles tegelijk aanpak; bergen was vouwen, vuile in de wasmachine, wc schoonmaken etc...wordt er plotseling aan de deur gebeld.
Mijn man lag al te pitten, ik riep zijn naam, hij reageerde niet.

Niet echt verwonderlijk voor iemand die de gave heeft heeeeeeel diep te slapen. Er wordt nogmaals aangebeld en ik kijk uit het woonkamerraam met het licht aan. Dat is lastig, maar toch kon ik duidelijk een meneer in uniform onderscheiden met een zaklamp in de hand.
Politie, zei de meneer ten overvloede.
Ik doe de deur open, na nog even mijn man geroepen te hebben. Gelukkig brak mijn stem nu wel door zijn baarmoederlijke roes. Terwijl hij de trap af komt, vraag ik de politieman alsjeblieft binnen te komen, want het is zo wel erg koud met de voordeur open.
Hij wil zich voorstellen en steekt zijn hand uit. Ik verontschuldig me,  was net bezig het toilet schoon te maken en houdt mijn handen dan liever bij mij.


Of er problemen waren, vraagt hij?
Problemen? Ik kijk hem dom aan.
Wat bedoelt u?
Of ik kinderen had en hoe oud ze waren?
Als ik hem vertel dat ze al slapen en dat ze zo en zo oud zijn, kijkt hij moeilijk.
Wat er nou precies aan de hand is, vroeg ik.
In onze tuin zou net nog een vechtpartij en overlast van jongeren zijn geweest.
In onze tuin????
Even denk ik dat de chemicalien me naar het hoofd zijn gestegen.

Dan herinner ik me dat ik wel degelijk jongensstemmen heb gehoord en dat ik vond dat ze nog al rare woorden gebruikten, pubers eigen. Maar ik heb daar verder niet op gelet, zelfs niet uit het raam gekeken. Onze buren van beide kanten hebben kinderen van boven de veertien, dus jeugdige stemmen en stoer gedrag is ingecalculeerd in mijn verwachtingspatroon.

Ik vertel de politieman, dat ik inderdaad stemmen heb gehoord, maar daar niets achter gezocht heb. Dat ze in onze tuin waren, daar had ik niets van gemerkt.
Ik beloof hem nu wat alerter te zijn, de rest van de avond en hem te waarschuwen als er iets aan de hand is.

Als hij weg is, blijf ik met een verbluft gevoel achter.
Vanochtend in het winkelcentrum werd ik al geconfronteerd met een affiche op elke winkelruit: Past u op voor zakkenrollers, ze zijn actief in dit winkelcentrum!
Nu wil ik niet beweren dat ons dorp zo klein en pittoresk is dat er hier nooit iets gebeurt, maar dit had toch wel iets surrealistisch. Net zo als het bericht dat ik vorige week las, dat ons dorp geteisterd wordt door inbraken.
Er zou sprake zijn van een inbraak nieuwe stijl: vanuit het buitenland komen deze lieden over de snelweg en gaan dan de snelweg af, om in de dorpen die daar aan liggen hun slag te slaan en weg zijn ze weer.

Heb ik vier jaar lang moeten inpraten op mijn lief dat s´nachts de voordeur en achterdeur zorgvuldig afsluiten, zeker geen luxe is. Effect heeft het nooit gehad. Dat merk ik elke avond/nacht als ik naar het toilet moet. In ons huis ben ik dan ook de nachtwaker.
De afgelopen dagen zitten de knippen echter netjes in de juiste stand, dus ik vermoed dat lief (in kaboutertjes geloof ik niet meer) het een en ander heeft opgepikt van collega´s of van de regionale nieuwszenders.
Lief van lief dat hij in stilte mijn rol van nachtwaker heeft overgenomen zonder daar teveel woorden aan vuil te maken.

Ook deze ervaring van vanavond zal zeker een bijdrage leveren aan zijn inburgering.








Geen opmerkingen:

Een reactie posten