zaterdag 19 februari 2011

De andere vader

Ze hadden haar gewaarschuwd.
Die vriendinnen van haar. Schijnheilig tot op het bot. Waar waren ze nu?
Wat had ze aan brave woorden. Geld, hulp, onderdak, was wat ze nodig had.
Zoals altijd kon ze enkel op Maria rekenen.
In haar broekzak kon ze het papier horen knisperen. Ze kon er morgenvroeg naar toe gaan.
Alleen...was het probleem van het geld nog niet opgelost.
De vrouw zou immers cash willen.
Ze pijnigde haar hersenen. Maar er was gewoon niemand. Niemand die zoveel geld op zou willen hoesten, zonder te horen waarvoor.
Weer zag ze Hakim voor zich. Hoe ze ook probeerde hem weg te duwen. Hij bleef terug komen. De oplossing lag bij hem.
Ze keek op de klok. Als ze weg wilde moest ze dat nu doen.
Met de kiezen op elkaar schoof ze het raam open. Zoals ze gevreesd had werkte het raam niet echt mee.  Ze vloekte. Je kon ook nooit op ze rekenen.
-Nada...wat doe je? Haar jongste broer stond in de kamer en wees naar haar.
-Ik ga weg, dat zie je toch? Maar zoals altijd verpest je alles weer voor mij. Je had me beloofd het raam te maken...
Achter haar broertje verscheen het bleke gezicht van haar vader.
-Nada!!!
Voor ze het wist stond hij bij haar en nam haar in de armen.
Ze huiverde. Hij zou...als hij maar niet...haar lijf kromp in elkaar.
-Nada...kom mee naar beneden, we moeten praten.

Aan haar elleboog leidde hij haar naar beneden. Met knikkende knieen ging ze aan tafel zitten.
Hij ging ook zitten, nadat hij zijn jongste zoon gesommeerd had naar zijn kamer te gaan.
De klok aan de muur tikte...maar zij hoorde het niet. Het bloed suisde in haar oren. Haar vingerbotjes knakten. Het leek alsof heel haar lichaam in beweging was.
-Wat ik niet begrijp...ze schrok op van zijn barse stem.
-Wat ik maar niet kan begrijpen...is waarom je niet naar mij toe bent gekomen?
Sinds wanneer ben ik hier de boeman?
Het hele dorp gonst van de geruchten...Nada...maar ik moest er bij toeval achterkomen!
Er was iets met zijn stem. Nada keek op. Haar vader huilde.
Prompt hield het beven op en viel alles op zijn plek.
Haar vader hield van haar. Hij begreep dat zijn dochter fouten kon maken. Zij was nog altijd zijn dochter.
-Papa...het spijt me zo...Hij schudde zijn hoofd.

-Mij hoef je geen vergiffenis te vragen. Vraag vergiffenis aan dat leven in je buik.
In mijn familie loopt men niet weg van zijn verantwoordelijkheid, nada! Ik dacht dat ik jou dat ook had meegegeven.
Morgen gaan jij en ik naar le commissariat en we geven Hakim aan. Ook hij zal zijn verantwoordelijkheid dragen.


Wat zeg je ervan? Nou?
Maar Nada was haar woorden kwijt.
Ze had zich vergist.
Dat was alles wat ze wist.











assyke
4 sept. 2010
 



 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten