zondag 20 februari 2011

De zwarte haan

Ze had op mijn eten gespuugd.
Hoe ik dat zo zeker wist, kon ik niet zeggen.
Het was waarschijnlijk de triomfantelijke blik in haar ogen toen ze binnenkwam met de extra schotel voor mij.
Toen ik het bordje in de richting van haar dochter schoof, reageerde ze  te alert. Nee, nee...het was echt alleen voor mij bedoeld.
-Ja, maar...

-Niks ervan, ze bleef resoluut het bordje in mijn richting duwen.
Wat kon ik anders dan mijn lepel ter hand nemen en de aangeboden voedsel op eten.

En ik wil het woord zweren, in deze omstandigheden niet graag gebruiken, maar ik durf toch echt te zweren dat het anders smaakte.
Vanaf die middag ging ik niet meer op haar uitnodigingen in.


Tot vandaag.
Ze had zo aangedrongen en zelfs mijn excuus dat ik al iets op het vuur had staan kon daar niets aan veranderen.
Ik zou en ik moest komen lunchen.
Tegen een uur of elf hield ik het niet meer van de buikpijn. Ik besloot haar te bellen om de eetafspraak af te zeggen.

Natuurlijk nam ze niet op. Ik belde en belde. Niets. Geen gehoor.
Uiteindelijk belde ik mijn man om te vragen of hij mee ging.

Zoals ik al wel had verwacht kon hij  moeilijk weg.
De leveranciers konden elk moment komen.
Joh, ga lekker alleen, was het laatste wat ik hoorde voor hij ophing.
Ik trok mijn laarzen aan en verliet het huis. Ik kon haar net zo goed recht in het gezicht zeggen, dat ik besloten had niet te komen. Ze woonde tenslotte vlak om de hoek.
Met de hand voor de mond stond ik dan  voor haar deur.

De deur was open en als ik wilde zou ik zo naar binnen kunnen.
Uit beleefdheid zou ik ervoor kunnen kiezen aan te kloppen. Maar echt nodig was het niet. Daarvoor zagen we elkaar te vaak.
Daar stond ik en moest de knoop doorhakken.
Ik besloot beleefdheid voor een andere keer te bewaren en duwde de deur open.

Een golf misselijkheid benam me de adem.
Op de vloer van haar tuinkeukentje ving Farida het bloed op van een zwarte haan.
Ze zag me niet. Het bloed mocht niet verspild. Het ritueel was duidelijk.
Ik kon blijven en haar confronteren. Maar ik was geen partij.
Voor ik me stil terugtrok hoorde ik mijn naam, opgenomen in een lied.
Of was het geen lied?













assyke
16 januari 2011

Geen opmerkingen:

Een reactie posten