zondag 20 februari 2011

dna

Ze zeggen dat je je dna niet met  blote ogen kunt zien.
Dat is beslist niet waar. Ik kijk er dagelijks naar.
Veelal met vreugde, soms met een bezorgde blik.
Als het nageslacht enkel een pretpakket heeft samengesteld uit de keuzemogelijkheden van je moederdna, dan betreur je dat en hoop je dat ze er in elk geval verstandig mee om weten te gaan en er toch lering uit trekken.
Zo heeft Fafa, afgezien van mijn temperament, ook mijn overgevoeligheid geerfd. Dat is een enigszins vreemde combinatie.
Want zijn sterke wil geraakt maar al te vaak in conflict met zijn voorzichtigheid. Voorzichtigheid omdat hij een ander niet wil kwetsen. Soms zijn die voorzichtigheid en  terughoudendheid  zo groot dat een ander kindje over hem heen loopt.

Vandaag was het weer eens raak, met dank aan de C1000.
De supermarktketen heeft de ouders deze maand opnieuw voor het blok gezet met de dunganactie. Ik had me heilig voorgenomen er dit keer niet aan mee te doen, aangezien ik  nou eenmaal uit praktische overwegingen klant ben van Lidl en AH.
Een buurvrouw geeft Fafa toch vijf van die dingen. Hij hoort er voor zijn gevoel helemaal bij, nu hij het spel van water, vuur en aarde mee kan spelen. Als ik zie hoeveel lol hij er van heeft, betreur ik bijna mijn dogmatische houding in deze.
Vandaag raakt hij in het heetst van de strijd een dungan kwijt, als hij met twee oudere jongens aan het spelen is.  Hij probeert vriendje te overtuigen, dat het niet eerlijk is.
Vriendje weigert de dungan terug te geven. Ze staan bij de voordeur en ik kan vanuit de keuken het hele gesprek volgen. Het vriendje begint te fluisteren, dat hij met hem mee moet gaan naar zijn huis en dat hij dan daar misschien zijn dungan terugkrijgt.
Ik voel nattigheid en zeg tegen Fafa dat hij wel even nog met M. en L. naar hun huis mag gaan, maar dat het misschien verstandig is, de overgebleven dungans thuis te laten, zodat hij die onderweg niet ook nog eens kwijt raakt.
Het is een idee van moeder en dus een slecht idee.
Het zijn mijn zaken ook niet en ik ga verder met aardappels schillen.

Net als ik me afvraag of ik genoeg geschild heb voor de frietjes, hoor ik mijn oudste huilend thuiskomen. Ik zie dat hij nog net de moeite neemt één keer naar links en één keer naar rechts te kijken bij het oversteken, maar voor het overige heeft hij enkel aandacht voor zijn verontwaardiging.
Hij loopt naar binnen en ik troost hem, het keukentraphekje tussen ons in. Hij vertelt, dat eenmaal bij M. en L.  thuis, M. geen afstand wilde doen van de afgepakte dungan. 
M. was gemeen en hij zou het de burgemeester vertellen als hij de beste man weer eens zag op het dorpsplein.
Ik stelde voor dat hij naar binnen kwam, zijn handen ging wassen en aan de frietjes ging.
Nee, zei hij. Hij kon niet gaan eten zolang het dunganprobleem niet was opgelost. Hoe of hij het dan wou oplossen, vroeg ik hem.
Nou, dat moest ik maar doen. Toen ik hem zei dat ik niet tussen hem en M. in ging staan, stond hij op het punt het weer op een huilen te zetten, maar toen bedacht hij zich.
Hij zou naar de moeder van M. gaan en haar zeggen dat haar kind iets van hem had.
Of dat nog voor het eten mocht?
Is goed...zuchtte ik...en daar ging hij weer, vol goede moed.
Tegen de tijd dat hij opnieuw krijsend van verontwaardiging terugkwam hoorde ik dat niet, want de patatjes maakten zelf ook herrie in de hete olie.
Dit keer was het mannetje ontroostbaar. Hij snapte niet waarom zijn vriendje zo gemeen had gedaan en waarom de moeder niet thuis was. Want de oma die oppaste die durfde niets tegen M. te zeggen. Ik gaf mijn jongste zijn eerste portie en probeerde ook Fafa te verleiden met een bordje vol knapperige goudstaafjes.
Maar fafa was te zeer gekwetst. Zijn lievelingsmaaltje smaakte hem niet.
We worden gered door een onhandige klop op de deur. Een ander vriendje uit de straat vraagt of hij mag komen spelen. Denkend dat deze afleiding wel even goed voor hem is, geef ik hem voor deze keer toestemming.
Ze gaan goedgemutst op weg.

Ondertussen komt manlief thuis en ik geef ook hem te eten.
Ik vertel wat er zoal gebeurd is die dag en vergeet ook het dungandrama niet te vermelden. We zijn allebei van mening dat dat nou eenmaal het risico is van spelen met oudere kinderen. We zijn allebei gesteld op M. en L. en hadden dit niet verwacht, maar kinderen zijn nou eenmaal kinderen.
Het beste zou zijn, als Fafa zelf zou besluiten niet meer met die jongens te willen spelen. Dat hij uit zichzelf tot het inzicht zou komen, dat beide jongens nou eenmaal een maatje te groot voor hem waren.
Net als we besluiten dat het een kwestie van leeftijdsverschil is...hoor ik een inmiddels bekend geluid.
Jahoor...de tranen zitten vandaag erg hoog. Ik doe de deur open en vraag Fafa waarom hij huilt.
Ze waren met een bal aan het spelen en dan gooit Fafa een beetje onhandig de bal terug en zijn vriendje krijgt de bal in het gezicht.
Fafa roept snel dat dat per ongeluk ging, maar het vriendje gelooft hem niet en hij krabt hem in het gezicht. Voor mijn oudste is nu de maat vol en hij besluit dat hij geen vriendjes meer wil.

Als beide kinderen eindelijk in bed liggen, begrijp ik met terugwerkende kracht de motivatie van mijn ouders indertijd mij op negenjarige leeftijd op karate te doen. Volgens de overlevering was ik van suiker gemaakt.
We leven nu in een andere tijd.
En ik moet me afvragen of suiker misschien toch niet te verkiezen valt boven steen?
Dat dit lieve suikergoedje wel wat harder mag worden...staat echter buiten kijf.






Geen opmerkingen:

Een reactie posten