zondag 20 februari 2011

Over airco´s en woestijnzand

Het zoemen was reeds lang geleden opgehouden.
De inhoud van vele dure flessen bronwater belandde tussen haar borsten. Een duurzamere vorm van verkoeling dan inname via de slokdarm.
Deze ondraaglijke hitte was niet voorzien. Niet door hem in elk geval. Onfeilbaar was in zijn ogen de moderne techniek.

Om het zoemen niet te hoeven missen, ging de volumeknop van de radio voluit open.
Laat je ook nog iets voor ons over, om te drinken, vroeg hij haar?
Je zou het eens moeten proberen...zal ik?

Ze hield de halfvolle fles plagerig in de buurt van zijn kruis.
Ze zou het hebben gedaan, al zat zijn schoonmoeder achterin. Bruusk sloeg hij
haar handen weg.
Hoe gaat het daar achterin, vroeg ze?

Normaal gesproken hoefde ze dat niet te vragen, maar nu was het verdacht stil, terwijl ze in het zijspiegeltje kon zien dat niemand sliep.
We hebben het zo warm...klaagde de oudste van de twee jongetjes achterin.
Mama...kwam er zwakjes uit de droge mond van de jongste.
Ze vulde de kleine fles die ze speciaal voor hen achter had gehouden met
ijswater en overhandigde dat aan haar moeder.
De kinderen dronken gulzig en vroegen om meer.
 

Lief, we moeten zo echt even stoppen, al is het maar bij een boerengehucht. Het water is bijna op.Lief gromde eerst wat onverstaanbaars en zei vervolgens, dat hij eigenlijk door wilde rijden en dat het met de hitte toch best
wel meeviel.
Jongens, riep hij naar achter, hou het nog even vol. Dit is de woestijn en dorst
hoort daar nou eenmaal bij.
Jullie zouden eens moeten weten hoeveel ontberingen ik als kind heb

meegemaakt.
Verwende snotapen.










copyright assyke,
9 okt. 2010

Geen opmerkingen:

Een reactie posten