zondag 20 februari 2011

Over brouwmeesters en hun meesteressen

De papakus moest verboden worden.
Na een lallig slaaplekkerwoordje liet hij haar gaan.

Ze zag dat zijn ogen roder en minder gefocust waren dan normaal. Dat was goed.
In de hal veegde ze haar mond af. Niet al haar pogingen hem slechts op zijn wang te kussen slaagden.
Het was niet eens zozeer de warme nattigheid van de mond, waar ze van gruwde, alhoewel dat al erg genoeg was. Bah.
Nee, nog erger dan het vieze vocht was de geur.
Waren het voorheen de sigaren waar ze van moest kotsen, tegenwoordig was het de bavariageur.
Zoals elke avond zat hij ook nu op de grond, bij zijn benen de stille getuigen van zijn slaapmutsje.
Die ochtend had hij haar er op uitgestuurd. Of ze een paar pijpjes wilde halen?
Of ze?
Retorisch natuurlijk, zoals elke vraag in dit huis, door hem gesteld.
Kokend van woede had ze haar fiets uit de schuur gehaald.

De Aldi was het verste weg, maar dat was niet erg.
Als het aan haar lag, kon de boodschap niet lang genoeg duren.
In de ongastvrije winkel nam ze,  wat haar opgedragen was en liep naar de kassa.
Wat was ze blij dat ze in een afgelegen dorpje woonden.
Niemand van hun kennissen die haar hier kon zien.
Niemand bij wie ze over de tong zou gaan, of erger als ze daar niet mee wilden wachten en alvast de fluim voor haar voeten neerspuwden.
Toen ze eenmaal met haar rinkelende boodschapjes buitenstond, leek de afstand van de electronische schuifdeuren naar de fiets onoverbrugbaar.
Ze moest. Er werd op haar gewacht.
Maar hij zou het niet krijgen. Ze was nog liever dood. Wat dacht hij wel, dat ze een marionet was? Dat zij geen trots had?
Of dacht hij dat ze zo dom was, dat ze niet door had wat een achterbaks dubbelspel hij speelde.
Ze vond roken stom, ze vond drinken stom.

Maar dat was wat zij vond.
En hij, klootzak van het eerste uur, mocht haar dan wel hebben verwekt.
Hoe moeilijk was dat? Nou? Nou?
Hoe dan ook, het gaf hem niet het recht in de schoenen te gaan staan van een Toornige God. Als het werkelijk zo was, dat alcohol zondig was, dan was zij diegene die ervoor gestraft zou worden, ooit ergens in een nog te ontdekken hiernamaals.
Als alcohol slecht voor je lever was, dan was zij diegene die daar ooit voor onder het mes zou  moeten.
Maar godverdomme nog aan toe, haar zo te intimideren dat alleen al de aanblik van een flesje bier haar al van angst vervulde, dat was onvergeeflijk.

De woede bracht haar naar huis. Daar trof ze een bedrieglijke stilte aan.

Ze had dus even wat tijd voor zichzelf. Uit haar toilettasje haalde ze een flesje alcohol 70 procent. Zou ze het durven?
Een voor een opende ze de flessen, goot daar de helft uit en vulde het aan met de inhoud van de apotheekfles.
Met het hart in de keel legde ze de flesjes op een rij in de koelkast.
De rest van de dag kon ze alleen maar afwachten...














wordt vervolgd...


Geen opmerkingen:

Een reactie posten