zondag 20 februari 2011

W´s kloongetuigen deel 3

Eigenlijk was het nog maar een joch.
Hoe oud was hij nou helemaal? Begin twintig...hooguit.
Met zijn slungelige motoriek gaf je hem zestien, zeventien, meer niet.
Als hij zijn mond opendeed, werd je weliswaar verblind door het wit van zijn goedverzorgde gebit.
Maar ook hier was zijn tongmotoriek ietwat apart. De woorden vlogen niet zozeer, maar botsten tegen je aan met een energie, die straats aandeed. Volks. Bouwvakkers onder elkaar.
Geen jongen met wie je ging pronken bij je vriendinnen.
Hoe ze de vlinders kon verklaren...dat kon ze niet. Het was de wijze waarop hij begon te stralen, zodra hij haar in het vizier kreeg. Het rode pulserende hart, dat ze dan in zijn goudbruine ogen weerspiegeld zag. Dat moest het zijn. Meer was er niet.

De drie uur durende vliegreis terug, de lange rij voor het douaneloket, het wachten op het verschijnen van de blauwe koffer op de band...het was het robotje in haar, dat het roer had overgenomen.
Ook de dagen erna...het grijze wolkendek, de sombere balkonnetjes en dito trappenhuizen, het lelijke licht in de Albert Heijn...het was er allemaal, maar zij was daar niet bij.
Haar vriend die tegen haar sprak, haar ontvangen had met een vijftal zonnebloemen en een onzekere grijns op zijn gezicht. Ik heb je gemist, fluisterde hij ergens in haar hals.
Zei ze iets terug? Ze weet het niet meer.
Maar zelfs de moeilijke rol als geliefde speelde het robotje alsof het nooit iets anders had gedaan.
En zo gingen weken, maanden voorbij...de onrust doofde langzaam, het leven had haar weer in zijn greep.
Haar plaats was naast hem.
De ander was ver weg en veel te jong...









wordt vervolgd




copyright assyke,
12 okt. 2010




Geen opmerkingen:

Een reactie posten