zondag 20 februari 2011

Bruiloft aan het sterfbed

Ze zaten allemaal in de mooie salon, haar ouders en het bijzondere bezoek.
Selma stond zenuwachtig bij het fornuis.

Koekjes en chocolaatjes vielen met regelmaat uit haar beverige handen.
Ze mocht, sinds haar ziekte, niet aan de waterkoker komen en zelfs het koffiezetapparaat was taboe voor haar.
Ze was er nu blij om. Als ze muntthee had moeten maken, dan had ze zich zeker verbrand aan het kokende water.
Een geluid achter haar deed haar opnieuw schrikken en het schaaltje met zoetigheid viel op de grond.
Ga maar naar boven, Selma, we roepen je wel.
Ze deed wat haar gevraagd werd. Halverwege de trap voelde ze ineens een onbegrijpelijke woede opkomen.
Kutwijven, schreeuwde ze naar beneden.
Kutmannen! Kutbezoek!Iemand draaide de muziek wat luider.
Dat doen ze expres, gromde Selma zachtjes voor zich uit.
De laatste treden nam ze stampend.

Op haar kamer liep ze naar het raam. Haar slaapkamer lag aan de straatkant.
Dat vond ze fijn. Nu kon ze hun auto zien.
Ze wist dat hij ook een rijbewijs had en vroeg zich af of hij dat hele stuk gereden had.
Als een gekooid dier liep ze door de kleine kamer.

Wat duurde het toch lang, zeg. Straks was de koffie op en kon ze daar met lege handen een beetje voor zich uitstaren.
Stel dat ze haar niet zouden roepen.

Stel dat haar vader het aanzoek af zou wijzen, nog voor zij hem vanavond had kunnen zien en misschien zelfs even spreken.
Ze nam een borstel van haar toilettafel en ging zitten. Ze had een pokkehekel aan dat gewacht.

Uit het rieten make-up mandje haalde ze blauwe mascara en haalde het door haar wimpers.
Ze knipperde met haar ogen, de mascara beet.
Zoals gewoonlijk had ze weer eens geknoeid.
Terwijl ze haar gezicht waste en water op haar ogen gooide, vroeg ze zich af waarom ze toch al die moeite deed.
Ze moesten haar maar accepteren zoals ze was.

En waarom zou ze hier moeten blijven tot ze geroepen werd?
Ze was verdorie geen hond.

Vrolijk stampte ze de trap af en gooide de glazen salondeur open.
Het zachte geroezemoes verstomde en iedereen staarde haar aan.

Hallo, riep ze. Ik ben Selma en ik wil met Rachid trouwen.  Jullie toestemming hebben wij godverdomme niet nodig. Wij lopen gewoon weg, als jullie gaan zitten zeiken.
Selma...Selma...haar moeder kwam langzaam op haar af, haar hand voor haar mond, tranen in de ogen. Kom Selma, we gaan even naar de keuken en wassen je gezicht, je ziet er niet uit.
Hoe opstandig ze zich ook had gevoeld, haar moeders zachtheid kon ze niet weerstaan. Ze liet zich gedwee afvoeren naar achteren.

In de keuken sloeg haar moeder haar armen stevig om haar heen en feliciteerde haar.
Nu gaan we je snel mooi maken, want een aanstaand bruidje moet er stralend uit zien.
Selma vloekte, lachte en huilde tegelijk.

Een grote last was van haar afgevallen.







 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten