donderdag 17 februari 2011

Mijn moeder is een alien

Afgelopen zondag een baby in mijn armen gehad, de pasgeborene was de dochter van een vrouw die ik zelf ooit in mijn armen heb gehad.
Aanstaande zaterdag is er een soort doopviering van de baby van iemand die ook ooit in mijn armen baby is geweest.
Gister heb ik mijn eigen kind tussen hemel en aarde op het televisiescherm gezien. Hij of zij lag relaxt op zijn of haar ruggetje, het neusje in de moederkoek, de beentjes speels bewegend.
Als ik moest lachen wiegde ze mee, kleine lachschokjes die  volgens de echoscopiste geen kwaad konden, net zomin als de hoge hakken die ik sinds een paar dagen draag.

Ik heb geen zin om te bloggen.
Dacht ik eerst nog dat het enkel aan het mooie weer lag. De ijssalons die lonken, het plezier die mijn jongste in het volle zonnetje heeft, flirtend met de terrasgasten.
Sinds gister weet ik beter, de babyvirus heeft me te pakken.
Ik, die altijd met een grote boog om kinder- en wandelwagens liep...raak nu geemotioneerd als een vroegere baby trots haar pasgeborene toont.
Ik, die de prille zuigelingentijd als een noodzakelijke fase beschouwde, waar je je door heen moest zien te worstelen, kijk nu met verbazing en vervreemding naar het wkgeweld.
Ik, die ooit maatschappelijk en sociaal erg geengageerd was, volg het (in-)formatiecircus met een afstandelijke glimlach.
Het zal allemaal wel.
Ook zonder mij draait de wereld door.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten